Liefdevolle aanwezigheid

We denken soms – of vaak – dat we er moeite voor moeten doen om ons met andere mensen verbonden te voelen. Daardoor voelen we ons eenzaam of denken we tekort te schieten. We zien dan niet dat we altijd al verbonden zijn en helemaal niet los kúnnen staan van onze omgeving.

Deze vergissing is een erfenis uit onze kindertijd. Als kind ervoeren we de wereld als veilig zolang onze ouders zich liefdevol om ons bekommerden. Maar ouders zijn ook gewoon mensen met hun tekortkomingen, dus gaven ze ons niet altijd wat we nodig hadden. Als onze ouders boos waren, of zorgelijk, of somber, dan was het onze taak om daar iets aan te doen. We waren afhankelijk van ze en moesten dus regelen dat het goed met ze ging, want anders konden ze niet goed voor ons zorgen. Daarom gingen we lief doen, of heel erg ons best doen, of altijd maar ja zeggen. Door gewenst gedrag te vertonen, hoopten we dat onze ouders wel weer onvoorwaardelijk van ons zouden houden. Zo verloochenden we veel van onze echte verlangens, en ontstond er een gevoel van leegte in ons hart.

Bovendien hielpen onze inspanningen niet, of hooguit zo nu en dan. Al gauw waren onze ouders weer boos of verdrietig. We gaven onszelf daarvan de schuld. Omdat we niet goed met dat schuldgevoel konden omgaan, trokken we ons uit ons gevoel terug. Nog meer leegte in ons hart.

Zo creëerden we stap voor stap de illusie van een afgescheiden zelf. Een ikje dat niet goed genoeg is. En nog steeds denken we vaak dat we dat afgescheiden ikje zijn. We voelen een groot gemis, en weten meestal niet eens wat we nou precies missen. We voelen het gat in ons hart en gaan op zoek naar geluk om dat gat mee op te vullen. Dat geluk zoeken we buiten onszelf, in de wereld vol aanlokkelijkheden en beloften zoals geld, macht, seks, shoppen… Het gat is bodemloos, dus we willen méér, méér, méér. Maar gelukkig worden we er niet van. Hooguit voelen we ons een poosje bevredigd, maar nooit vervuld.

Wat we echt zoeken is ons weer één te voelen met het geheel. Daarom bidden we, gaan we naar de hoeren of doen we aan bungeejumping, want dan gebeurt er even iets waar we helemaal in kunnen opgaan. Maar we zoeken het dan buiten onszelf. Zo scheiden we ons nog meer af van het geheel, waar we ons juist zo graag mee willen verbinden. Het gat in ons hart lijkt groter dan ooit.

In werkelijkheid is geluk alleen te vinden in ons. We kunnen het direct ervaren als we zien dat het afgescheiden ikje, het ego, niet bestaat. Als we de tijd nemen om te kijken wie we echt zijn, zien we eerder iets als open aandacht, pure onschuld, liefdevolle aanwezigheid. Dit is altijd beschikbaar, want we zijn het zelf. We zijn deze liefdevolle aanwezigheid, het werkelijke geluk, zélf. Deze liefdevolle aanwezigheid ziet geen problemen die weg moeten, maar verwelkomt alles als zichzelf.
Het denkbeeldige afgescheiden zelf probeerde van alles om vervuld te raken, maar verlangde eigenlijk maar naar één ding: liefdevolle aanwezigheid zijn. En dat was het al die tijd al!

Deze stappen helpen je om dat weer helder te ervaren:

  1. Ga rustig zitten en kijk wie er waarneemt: niet ‘ik’ als persoon, maar als deze open aandacht, deze liefdevolle aanwezigheid.
  2. Blijf dat steeds opnieuw zien, want de conditionering is sterk. Keer erbij terug, al is het duizend keer per dag.
  3. Zie dat alles wat je waarneemt in deze liefdevolle aanwezigheid wordt waargenomen, er is gewoon wat er is. Alles is een manifestatie van deze liefdevolle aanwezigheid.
  4. Laat je gevoelens meespelen door je met open hart onder te dompelen in deze liefdevolle aanwezigheid en zijn manifestaties. Je bent deze open aandacht én alles wat zich erin manifesteert. Dus óók de persoon die jouw naam draagt.
  5. Als je pijnlijke gevoelens ervaart, stap dan niet in je ‘arme ik’-verhaal, maar richt je aandacht op het voelen van de pijn. Kijk wat er overblijft van het gevoel als je er geen weerstand tegen biedt, maar het juist met open hart verwelkomt. Wees liefdevolle aanwezigheid voor elk gevoel.

One Comment

Geef een reactie