Alles is Goed, omdat het is zoals het is.
Ook de gedachte dat het anders zou moeten zijn.
Ook het lijden dat uit die gedachte voortkomt.
Lijden is nee zeggen tegen wat is.
Geluk is direct te ervaren zodra ik ja zeg tegen wat is.
Tegen plezier én tegen pijn.
Niets is in zichzelf goed of fout.
Alleen mijn oordeel maakt iets tot goed of fout.
Zonder oordeel blijkt alles Goed; het ‘goede’ én het ‘foute’.